Als
je gaat luisteren naar muziek met kinderen dan doe je dat aan de hand van een
luisteropdracht. Een goede luisteropdracht ontwerpen is lastiger dan je denkt.
Je kunt vragen bedenken die vragen naar Klankaspecten of naar de Vorm in het
muziekstuk. Ook kun je vragen naar de betekenis van de muziek, denk aan het
koppelen van emoties of verhalen en sfeer aan de muziek.
De
opdracht is er altijd op gericht om kinderen actief te laten luisteren en
tijdens het luisteren na te laten denken over de juiste antwoorden.
Lied: Four Seasons ~ Vivaldi (summer, 10:40 tot
15:00 min)
Stappenplan:
Stap 1: Ik
heb gekozen voor dit lied, omdat ik vind dat er verschillende soorten
klankkleuren, hoogte en sterkte in voor komen. Ik vind dat in klassiek muziek
erg mooi om te horen. Er zit ook veel variatie in dit muziekstuk en ik vind dat
je de betekenis zelf heel goed kunt invullen (wat voel je hier bij? Wat zie je
voor je?).
Met dit
muziekstuk wil ik de luisterstijl ‘Analystisch en creaftief luisteren’ stimuleren.
Stap 2: Ik
denk dat de leerlingen gaan luisteren naar de hoogte, sterkte en kleur van dit
lied, omdat er veel variatie in klank is.
Stap 3: Ik
wil dat de leerlingen eerst heel goed gaan luisteren naar de muziek met
luistervragen (hoe luisteren ze naar de muziek? Wat voor beeld zien ze voor
zich? Wat voor variatie hoor je? Wat voor emoties zijn er? Eigen invulling van
de leerlingen, niks is fout).
Na dat ze het 2 keer hebben geluisterd,
mogen de leerlingen een tekening maken bij het muziekstuk met daar in een
emotie in verwerkt of een ervaring (iets wat ze hebben meegemaakt, wat zij daar
bij vinden passen). (bijv. kinderen spelen heel vrolijk in de speeltuin of
iemand loopt heel bedroeft door de regen.) Tijdens de verwerking, speel ik het
muziek stuk steeds weer opnieuw af om de leerlingen te blijven inspireren.
Stap 4: De
leerlingen gaan eerst zelf luisteren naar het muziek stuk (welke klanken horen ze, wat zie je voor je? wat voel je?
welke instrumenten worden er gebruikt?), hier wil ik ontdekken welke
luisterstijl zij ervaren. Het is voor ieder kind anders. Ik denk dat de meeste
creatief zullen luisteren, omdat ze vaak beelden voor zich zien als kind. Ik
wil ook de luisterstijl analyseren stimuleren, dat doe ik bij de tweede keer
luisteren door gerichte vragen te stellen (wat voor toonhoogtes zijn er?) en daarna gaan ze noteren. De leerlingen gaan
een tekening maken bij het muziekstuk.
Stap 5: De
leerlingen gaan noteren als didactische werkvorm. Ze maken een tekening van het
muziekstuk.
Stap 6: Ik
maak geen gebruik van coöperatief leren, omdat de leerlingen zelfstandig na
gaan denken over hoe zij naar dit muziekstuk luisteren. Het is juist de
bedoeling dat de leerlingen zelf gaan na denken over muziek en emoties.
Stap 7: Ik
kan de muziekles openen door zelf een muziekinstrument mee te nemen en er
verschillende soort tonen op te spelen. Ik kan de leerlingen dan ook al
luistert vragen stellen (wat hoor je? Hoogte, sterkte, duur?)
Stap 8: In
de nabespreking van de les, vraag ik een paar leerlingen uitleg over hun eigen
tekening te geven(wat hebben ze getekend? Waarom hebben ze dat getekend Wat
deed de muziek met ze?). Daarmee sluit ik de les ook af.
Stap 9: Ik
had beter uitleg moeten geven bij het analytische gedeelte. In stap 4 vraag ik
de leerlingen om analytisch te luisteren ( klank, kleur, opbouw etc) naar het
muziekstuk, nadat ze eerst vrij hebben geluisterd. Ik had beter uit moeten
leggen wat ik bij het analytisch luisteren van hem verwacht, zodat hij gerichter
naar de muziek kon luisteren. Hij heeft wel een goeie koppeling kunnen maken
tussen analytisch en creatief luisteren. Dat heb ik mooi terug kunnen zien in
de tekening doormiddel van het kleurgebruik, de kleuren gaven de klanken weer
en de verschillende emoties.
Stap 10: Ik
moet in mijn instructie beter verwoorden wat ik bij het analytische gedeelte
van de leerlingen verwacht. Ik heb het nu al een beetje kunnen oefenen, dus
weet ik voor de volgende keer hoe ik het beter mijn verwachten te verwoorden.