We moesten een korte presentatie van een dramawerkvorm voor de bovenbouw maken. Hier in moesten we laten zien hoe een werkvorm in de praktijk werkt. We moesten in het thema 'Feest' een feestsoort er in voor laten komen.
Ik heb samen met Tommy. Marco en Dionne een groepje gevormd. Wij hebben samen deze opdracht in elkaar gezet.
Er waren een aantal voorwaarden waar we ons aan moesten houden.
Voorwaarden
- Minimaal 4 en maximaal 5 studenten. De samenstelling is bepaald in les 1 en ligt vast.
- De duur van de presentatie is (ongeveer) 3 minuten.
- Het onderwerp ligt vast en wordt door de docent gegeven.
- Elke subgroep ontvangt van de docent een van de werkvormen uit het boek ‘Kijk op Spel’, om uit te
- werken.
- Alle deelnemers van een subgroep nemen deel aan de presentatie.
- De doelgroep is een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen
- In de presentatie zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
-
De werkvorm-in-werking-scene
Studenten laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de klas
uitgevoerd kan worden.
-
De detail-scenes
In een aantal heel korte scènes laat je steeds een detail zien waar je bij de uitvoering van de
werkvorm in een bovenbouwgroep op moet letten. Zie het boek ‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.
Werkwijze:
We hebben ons eerste verdiept in de dramawerkvorm dat in het boek "Kijk op spel" is geformuleerd.
We hebben gekozen voor de werkvorm: improvisatie en vertelpantomime, daarmee zijn we verder gegaan in de feestsoort Halloween. We hebben gingen toen brainstormen over hoe wij die werkvormen naar voren willen laten komen in het instructiefilmpje.
Toen we bedacht hadden wat we allemaal wilde laten zien in het instructiefilmpje hebben we het in een lesvoorbereidingsformulier beschreven.
Hieronder zie je de beschrijving.
Hieronder zie je hoe wij het in het instructiefilmpje hebben verwerkt.
Zelfreflectie
Mijn groepje en ik hebben gekozen voor vertelpantomime en improviseren.
Ik denk dat dans en theater erg belangrijk is in onze samenleving, omdat het verschillende vormen van kust en culturen laat zien waar men van kunnen genieten. Het heeft verschillende functies en betekenissen. Door theater ontwikkeld men inzicht op kunst en betekenis daar van. Ik denk dat dans een vrij gevoel geeft aan onze samenleving, omdat je vrij bent om helemaal los te gaan op jouw eigen muziek smaak (discotheek).
Verder kan het voor een goede sociaal emotionele ontwikkeling zorgen. Kinderen leren emoties en bewegingen groot te maken en ontwikkelen relaties onderling.
Ik vind dans en drama altijd erg leuk om zelf aan deel te nemen, ik voel me dan vrij om me uit te leven en een hele andere kant van mezelf te laten zien.
Mijn visie is na de cursus hetzelfde gebleven, ik vind het belangrijk dat dit soort vakken op de basisscholen wordt gegeven, het geeft zo veel mogelijkheden.
Ik heb veel geleerd over de verschillende werkvormen. Ik had al eerder gehoord van improviseren en vertelpantomime, want daar hebben we op de middelbare school ook veel mee gewerkt.
Mijn groepje en ik hebben gekozen voor het feest Halloween, omdat het toen volop in het teken stond van Halloween. We vonden het een leuk idee om een scene na te spelen "Er belt iemand aan" (trick of treat), het sluit goed aan bij de belevingswereld van de kinderen omdat heel veel kinderen daar aan mee doen. Ik vind dat ons instructiefilmpje een goede ondersteuning is voor de leerkracht om die werkwormen te stimuleren.
Ons instructiefilmpje is opgebouwd in 3 stappen; inleiding (warming-up en waar de les over gaat), kern (instructie, improviseren en differentiatie) en afsluiting (reflectie).
In ons filmpje vertellen wij duidelijk wat we allemaal willen laten zien het instructiefilmpje, wat de werkvormen zijn, inleiding van de les, differentiatie en we laten goede voorbeelden zien van improvisatie.
We waren wel de datum vergeten te verwerken in het filmpje, dat is een tip voor de volgende keer.
Ik vind dat de samenwerking goed ging. De taken waren zo goed als eerlijk verdeeld, iedereen wist wat hij/zij moest doen en er was altijd wel terugkoppeling, daardoor wisten we allemaal waar we aan toe waren en of we elkaar nog ergens mee konden helpen. De samenwerking verliep prettig.
Ik ben tevreden met het resultaat.
Faseverloop Korthagen:
Wat wilde ik bereiken?
Ik wilde een duidelijk instructiefilmpje met alle belangrijke punten er in en een mooi resultaat natuurlijk.
Waar wilde ik opletten?
Ik heb gelet op een duidelijk instructievorm. (worden alle belangrijke punten wel genoemd en zijn de stappen wel duidelijk genoeg)
Wat wilde ik uitproberen?
Ik wilde de instructievorm uitproberen.
Wat dacht ik?
Ik dacht: hoe zou het eruit zien als we klaar zijn.
Wat voelde ik?
Ik voelde dat het ging lukken!
Het is leuk geworden.
